De grote Bonte Specht is al bezig met een nieuw nest te maken naast ons huis in een oude Berkenboom, dat is wel heel vroeg.
De grote bonte specht is de drummer van het bos; zowel mannetje als vrouwtje roffelen op takken om territorium en paarband te versterken. Grote bonte spechten hakken een nestholte uit in bomen, waarbij de voorkeur, begrijpelijk, uitgaat naar zachte houtsoorten. Berken zijn favoriet, maar andere boomsoorten worden ook gebruikt om een holte met rond gat in uit te hakken. Een specht krijgt daarbij geen hoofdpijn doordat de hersenen in een soort schokdempers zijn ingekleed. In de nestholte worden de eieren gewoon op het hout gelegd; de grote bonte specht maakt geen comfortabel nest voor de jongen.
De grote bonte specht komt overal in Europa voor waar bossen zijn: van de noordelijke naaldbossen, de taiga, tot in de lommerrijke mediterrane bossen. Het verspreidingsgebied reikt zelfs van in het Atlasgebergte in Marokko, Iran tot in Mongolië. In het ruime verspreidingsgebied worden maar liefst 27 ondersoorten gevonden!
Loof- en gemengde bossen met een diverse opbouw (jonge en oude bomen, dicht en open bos) is favoriet. Het nest wordt uitgehakt in een wat zachtere boomsoort, vanaf enkele meters hoogte aan te treffen.
Grote bonte spechten zijn het gehele jaar in de omgeving van hun broedgebied aanwezig, hoewel ze in de winter wel een ruimer gebied gebruiken op zoek naar voedsel. Bij die omzwervingen komen deze spechten ook regelmatig in (stads)tuinen terecht.